COMPUTER GESCHIEDENIS

COMPUTER GESCHIEDENIS

Vroege geschiedenis van de computer

De computer geschiedenis is al een tijdje in ontwikkeling. Sinds de evolutie van de mens worden al duizenden jaren apparaten gebruikt voor berekeningen. Een van de vroegste en bekendste apparaten was het telraam. In 1822 begon de vader van de computer, Charles Babbage, met de ontwikkeling van de eerste mechanische computer. In 1833 ontwierp hij een Analytical Engine, een computer voor algemeen gebruik. Het bevatte een ALU, enkele basis principes van stroomschema’s en het concept van geïntegreerd geheugen.

Dan meer dan een eeuw later in de computer geschiedenis, kregen we onze eerste elektronische computer voor algemeen gebruik. Het was de ENIAC, wat staat voor Electronic Numerical Integrator and Computer. De uitvinders van deze computer waren John W. Mauchly en J.Presper Eckert.

En met de tijd ontwikkelde de technologie zich en werden de computers kleiner en de verwerking sneller. We kregen onze eerste laptop in 1981 en hij werd geïntroduceerd door Adam Osborne en EPSON.

Generaties van computers

In de geschiedenis van computers wordt de vooruitgang van moderne computers vaak aangeduid als de generatie computers. We bevinden ons momenteel in de vijfde generatie computer geschiedenis. Laten we eens kijken naar de belangrijke kenmerken van deze vijf generaties computers.

1e Generatie

Deze liep van 1940 tot 1955. Toen werd machinetaal ontwikkeld voor het gebruik van computers. Ze gebruikten vacuümbuizen voor het circuit. Voor het geheugen werden magnetische trommels gebruikt. Deze machines waren ingewikkeld, groot en duur. Ze waren vooral afhankelijk van batch besturingssystemen en ponskaarten. Als uitvoer- en invoerapparatuur werden magnetische band en papieren band gebruikt. Bijvoorbeeld ENIAC, UNIVAC-1, EDVAC, enzovoort.

2e Generatie

De jaren 1957-1963 werden destijds aangeduid als de “tweede generatie computers”. In computers van de tweede generatie werden COBOL en FORTRAN gebruikt als assemblage talen en programmeertalen. Hier ging men over van vacuümbuizen op transistors. Hierdoor werden de computers kleiner, sneller en energiezuiniger. En ze gingen van binaire naar assemblage talen. Bijvoorbeeld IBM 1620, IBM 7094, CDC 1604, CDC 3600, enzovoort.

3 Generatie

Het kenmerk van deze periode (1964-1971) was de ontwikkeling van de geïntegreerde schakeling.  Een enkele geïntegreerde schakeling (IC) bestaat uit vele transistors, waardoor het vermogen van een computer toeneemt en tegelijkertijd de kosten dalen. Deze computers waren sneller, kleiner, betrouwbaarder en goedkoper dan hun voorgangers. Er werden programmeertalen op hoog niveau gebruikt, zoals FORTRON-II tot IV, COBOL en PASCAL PL/1. Bijvoorbeeld de IBM-360 serie, de Honeywell-6000 serie en de IBM-370/168.

4e Generatie

Met de uitvinding van de microprocessoren kwam de vierde generatie computers. De jaren 1971-1980 werden gedomineerd door computers van de vierde generatie. C, C++ en Java waren de programmeertalen die in deze generatie computers werden gebruikt. Bijvoorbeeld de STAR 1000, PDP 11, CRAY-1, CRAY-X-MP en Apple II. Dit was het moment waarop we computers voor thuisgebruik begonnen te produceren.

5e Generatie

Deze computers worden sinds 1980 gebruikt en worden nog steeds gebruikt. Dit is het heden en de toekomst van de computerwereld. Het bepalende aspect van deze generatie is kunstmatige intelligentie. Het gebruik van parallelle verwerking en supergeleiders maken dit mogelijk en bieden veel mogelijkheden voor de toekomst. Computers van de vijfde generatie maken gebruik van ULSI-technologie (Ultra Large Scale Integration). Dit zijn de meest recente en geavanceerde computers. Er worden C, C++, Java,.Net en meer programmeertalen gebruikt. Bijvoorbeeld IBM, Pentium, Desktop, Laptop, Notebook, Ultrabook, enz. Er zijn verschillende protocollen die je kunt volgen op het internet.

COMPUTER GESCHIEDENIS

COMPUTER GESCHIEDENIS

Scroll naar boven